Het driehoekkapoentje, Scymnus interruptus en het bont gaasvliegje, Micromus variegatus, kunnen bij preventieve inzet beide soorten nieuwe bladluishaarden onderdrukken in paprikateelt. Dat stellen onderzoekers van de WUR in hun rapport "Selectie en evaluatie van nieuwe natuurlijke vijanden voor preventieve bestrijding van bladluis in de glastuinbouw". Het voordeel van S. interruptus is dat dit soort lange periode zonder bladluis kan overbruggen met alleen stuifmeel en nectar van de paprikabloemen. De gaasvlieg M. variegatus bleek in komkommer een goede kandidaat te zijn voor het lokaliseren van nieuwe bladluishaarden. In roos was de bestrijding van aardappeltopluis het meest succesvol met de sluipwespen Praon volucre en Aphelinus abdominalis.
Het onderzoek liep van 2020 tot en met 2023. In het onderzoek is geprobeerd de mogelijkheden voor biologische bestrijding van bladluis te verbeteren met aanvullende soorten. Het driehoekkapoentje blijkt lang te kunnen overleven op stuifmeel en nectar van paprikabloemen. Negentig procent van de volwassen was na 100 dagen nog in leven. Dit is gunstig voor preventieve inzet, omdat paprika voortdurend bloeit en dit voedsel dan dus altijd aanwezig is. De gaasvlieg M. variegatus kan ook enkele weken overleven op stuifmeel en nectar van paprikabloemen, maar overleeft beter in aanwezigheid van een hoogwaardige voedselbron zoals meelmoteieren (Ephestia kuehniella). Bij preventieve inzet waren deze soorten succesvol bij de bestrijding van bladluis.
Lees hier het hele onderzoek bij de WUR.